Maak kennis
Kunstdorp Wolfheze
Stichting Kunstdorp Wolfheze is een platform waar kunst, cultuur en erfgoed elkaar ontmoeten en versterken. Het biedt een podium voor kunstenaars uit Wolfheze en wijde omgeving, een broedplaats voor talent en een ontmoetingsplek voor kunstenaars, kunstliefhebbers en publiek. Daarnaast heeft de Stichting Kunstdorp Wolfheze als doel alle vormen van hedendaagse kunst bij een zo’n groot mogelijk publiek onder de aandacht te brengen door onder andere het kunstklimaat in Wolfheze te vergroten en de economische zelfstandigheid van kunstenaars te stimuleren. Het platform tracht de mogelijkheid tot verbinden en samenweken met alle kunstinitiatieven in Wolfheze te optimaliseren.
Kunstdorp Wolfheze organiseert regelmatig activiteiten op het gebied van beeldende kunst, theater, muziek, enz. Het kunstcafé is hiervan een maandelijks onderdeel waar ontmoeting en uitwisseling de band tussen kunstenaars onderling en kunstliefhebbers kan versterken.
Tevens is er aandacht voor de musea en erfgoed.
Kunstdorp Wolfheze is opgericht in 2023.
Voor wie
Kunstdorp Wolfheze is toegankelijk voor:
- Professionele en amateur kunstenaars en andere geïnteresseerden
- Inwoners van Wolfheze en Gemeente Renkum
- Vrienden van de Stichting; mensen die de Stichting een warm hart toedragen; financieel of anderszins ondersteunen (particulieren)
- Alle andere kunstliefhebbers, geïnteresseerden en incidentele bezoekers
- Sponsoren (bedrijven)
- Subsidieverstrekkers (overheidsinstellingen, stichtingen)
Beeldend kunstenaars, musici, schrijvers, dichters, theatermakers, dansers, ontwerpers, verzamelaars, filosofen, liefhebbers van kunst zijn van harte welkom.
Erfgoed
Wolfheze en vooral de rust en natuur rondom Wolfheze is al eeuwen een inspiratiebron geweest voor kunstenaars.
In navolging van de Franse Barbizon-kunstenaars trokken Nederlandse kunstenaars vanaf 1850 massaal de natuur in. Verf was in tubes beschikbaar gekomen en dit maakte het mogelijk om buiten te schilderen. Volgens schattingen moeten er in Nederland zo’n 3000 schilders actief zijn geweest verspreid over 80 verschillende kunstenaarsdorpen. Sommige kunstenaars werkten slechts korte tijd buiten, anderen spendeerden er de hele zomer of vestigden zich definitief in een kunstenaarskolonie. Door samen de natuur te ontdekken, inspireerden kunstenaars elkaar.
In 1841 was het eerste nog bekende bezoek aan de eiken in Wolfheze door een een groep landschapsschilders. De naam 'Wodanseiken' werd rond 1850 bedacht door de landschapschilders Johannes Warnardus Bilders en Gerard Bilders, vader en zoon, die de promotors waren van de zogenoemde 'Oosterbeekse School' wier leden graag het veld ingingen om te schilderen. Groepjes kunstenaars hielden volgens de overlevering ook nachtelijke bijeenkomsten onder de oude eiken. En bijzonder vanwege de rijke cultuurhistorie op Wolfheze: hier liggen duizenden jaren oude grafheuvels, een middeleeuwse wildwal en de fundamenten van een oud kerkje.
Doordat in 1845 een spoorlijn werd geopend tussen Amsterdam en Arnhem werd het ook voor andere kunstenaars makkelijk om naar Wolfheze te komen. Nieuwsgierig geworden door de verhalen van Bilders, kwamen nu ook Willem Maris, Paul Gabriël en Anton Mauve naar Wolfheze. Deze kunstenaars zouden later de Haagse School vormen. In Wolfheze ontwikkelde ze een eigen schilderstijl, die losser was dan het romantische werk van Bilders. Een zeer romantische schildering van de eiken dateert uit 1849 en is van de hand van de Arnhemse schrijver en schilder J.J. Cremer.
Hoewel er in het gebied meer oude eiken staan worden er slechts vijf tot de 'echte' Wodanseiken gerekend. Dat is arbitrair; enkele kilometers verderop staat bijvoorbeeld in de tuin van een hotel een exemplaar dat van dezelfde leeftijd is als de bomen langs de beek, en wat betreft omvang schiet hij er flink bovenuit.
De Wodanseiken in natuurgebied de Wolfhezerheide ten zuiden van het dorp Wolfheze in de provincie Gelderland behoren tot de bekendste bomen van Nederland. De eiken zijn niet bijzonder groot, maar wel oud; schattingen variëren van 400 tot 600 jaar. De bomen zijn hoogstwaarschijnlijk geplant of ontkiemd kort na de aanleg van de sprengebeek (Wolfhezerbeek) die van 1550 dateert.
De grillig gevormde bomen worden tegenwoordig omgeven door een gemengd bos, maar eeuwenlang stonden ze in een open heidelandschap langs de beek. Dat verklaart waarom ze relatief klein gebleven zijn. De grondwaterstand ter plaatse is in de loop van de vorige eeuw ten behoeve van industrie- en drinkwaterwinning met zo'n 1 tot 2 meter verlaagd, een aantal bomen hebben dat niet overleefd.
Schilderijen met de Wodanseiken zijn te zien in Museum Veluwezoom in Kasteel Doorwerth.
Bestuur
Gera Leenman, voorzitter
Engel-Tjenk Vos, secretaris
Hans Feenstra, penningmeester
Esther van Sikkelerus, lid
Contactinformatie
Hans Feenstra - 06 498 407 43
Secretariaat - Lawijckerhof 12 6874 AT Wolfheze
Mijmering
Henny de Lange, 21 juli 2017, in Trouw
Het moet een bijzondere vertoning zijn geweest: de doopceremonie die de schilder Johannes Bilders halverwege de negentiende eeuw 's zomers organiseerde in de bossen bij Wolfheze. Met kruiwagens vol eten liep een grote groep kunstenaars - soms meer dan dertig - van Oosterbeek naar de Papiermolenbeek in Wolfheze. Daar werd een kruiwagen op z'n kop in het water gezet. Bilders, als druïde verkleed, ging erop staan, de dopelingen om beurten ervoor. Ze moesten zweren dat ze steeds met eerbied de plaats zouden betreden waar Wodan en Thor huisden. Daarna goot Bilders handen vol water over hen heen.
Samen met onze gids Ulbe Anema staan we aan de oever van de inmiddels drooggevallen beek, in de schaduw van eeuwenoude eiken. Dit is de 'gewijde' plek waar Johannes Warnardus Bilders (1811-1890) de doopplechtigheid hield, meestal op of rond zijn verjaardag op 18 augustus.
Volgens de overlevering maakte hij er een hele show van, die eindigde met zang en dans. Helaas bestaan er geen afbeeldingen van deze curieuze doopfeesten. Wel hebben Bilders en zijn volgelingen dit landschap vele malen afgebeeld. Op hun schilderijen, te zien in onder meer het Rijksmuseum in Amsterdam en in musea in Arnhem en Den Haag, staan meestal de eikenbomen centraal. De Wodanseiken noemde Bilders ze. En voor die eiken zijn we op pad gegaan met Ulbe Anema.
Hij bood zich spontaan aan als gids, omdat hij deze bossen op zijn duimpje kent. Als 'dorpshistoricus van Wolfheze' verdiept hij zich al veertig jaar in de geschiedenis van dit dorp en de Oosterbeekse schilderskolonie, die Bilders hier stichtte. Anema: "Toen Bilders hier in 1841 voor het eerst kwam, was hij diep onder de indruk van het landschap. Met zijn grafheuvels uit 2000 voor Christus, vele overblijfselen van vroegere bewoning en eeuwenoude bomen, had het voor hem iets magisch."
Zijn verering van het natuurschoon was volgens zijn tweede vrouw Marie van Bosse haast een religieuze ervaring. Anema wijst naar de grillig gevormde eiken. "Eeuwenlang is de eik het symbool geweest van kracht en standvastigheid. Onder zijn brede kroon vergaderden onze voorouders en werd er rechtgesproken. Voor Bilders, die een enorme romanticus was, hadden deze eiken iets goddelijks, iets heiligs, en daarom noemde hij ze Wodanseiken.
En zo staan ze nog steeds bekend. Van de Wodanseiken uit de tijd van Bilders zijn er nog zes over, al is er discussie over het precieze aantal. Er groeien veel meer oude eiken in de buurt, maar volgens boomdeskundigen zijn die jonger. De leeftijd van de Wodanseiken wordt geschat op 450 tot 500 jaar. Er staan geen bordjes bij, zodat het voor een buitenstaander lastig is de door Bilders aanbeden exemplaren te ontdekken. Ook met een afbeelding bij de hand van zijn 'Geldersch landschap met schapen bij de Wolfhezer beek en Wodanseiken' uit 1857 blijft het gissen.
Dat komt, vertelt Anema, doordat het landschap sindsdien sterk is veranderd. Toen Bilders en zijn kompanen de eiken schilderden, stonden ze nog in het open heideveld. Daar kregen ze volop zon en hadden ze alle ruimte om breed uit te waaieren. Om ze nog imposanter te doen lijken, schilderden ze er vaak een nietig mensje onder, of een herder met een kudde schapen. In het echt vallen de Wodanseiken toch een beetje tegen. Ze lijken veel kleiner, en dat zijn ze ook, zegt Anema. Doordat ze in de loop der tijd zijn ingesloten door bos dat de heide heeft overwoekerd, kregen ze minder zon en hebben ze zich niet meer voluit kunnen ontwikkelen. Ook hebben ze een flinke klap gekregen door het verlagen van het grondwaterpeil voor de drinkwatervoorziening. Daardoor kwam ook de Papiermolenbeek droog te staan. Maar met hun grillige vormen en vermolmde takken hebben ze nog steeds iets magisch. Eentje is er in 1936 afgezaagd. De stronk is rijk begroeid met gras, kruiden, mos en paddenstoelen.
Verrassing
Tot slot heeft onze gids nog een verrassing in petto. We lopen terug uit het bos en steken de weg over. Naast hotel Wolfheze spreidt een gigantische eik zijn takken breed uit. Hij is van dezelfde leeftijd als de eiken langs de beek, maar een stuk hoger en gezonder, doordat hij wel alle ruimte heeft gehad om zich te ontwikkelen.
De boswachters van Natuurmonumenten vinden dit er niet een, zegt Anema. "Maar Bilders zou deze magistrale reus beslist ook een Wodanseik hebben genoemd."
Het Nederlandse Barbizon werd de kunstenaarskolonie in Oosterbeek genoemd, naar het Franse dorp waar in 1830 schilders als Daubigny, Corot en Rouseau voor het eerst in de natuur gingen schilderen, in plaats van in hun atelier.
In een groot aantal landen kreeg deze beweging navolging, in Nederland als eerste in Oosterbeek, gevolgd door onder meer Bergen, Laren en Domburg. Oosterbeek lokte schilders door de ligging aan de rand van een stuwwal, wat het landschap een on-Nederlandse aanblik bood.
Deze kolonie, waarvan Johannes Bilders de oprichter en spil was, trok jonge schilders aan als Willem Roelofs, Anton Mauve, Paul Gabriël en Jacob, Matthijs en Willem Maris, die later bekend zouden worden als de schilders van de Haagse School.
De Veluwezoom was voor hen goed bereikbaar, omdat Wolfheze in 1845 een station had gekregen. Onder leiding van Bilders, die volgens de toenmalige kunstcriticus Johan Gram 'in gloeiende woorden over het betooverende der natuur' kon spreken, trokken ze de natuur in om die te schilderen. Vooral de oude eiken die er groeiden, waren een belangrijke inspiratiebron. Hun schilderijen van deze 'Wodanseiken' zijn in diverse musea in Nederland te zien.
Mooie website met veel informatie over de Wodanseiken en de 1000 jarige Den: http://www.hansbraakhuis.nl/Renkum/Wodans%20eiken.html
Https://heelsumsbeekdal.nl/de-stomp-van-de-wondanseik